Het concurrentiebeding: papieren tijger of meerkoppig monster?

40 minuten leestijd

Willem is eigenaar en algemeen directeur van een onderneming die windturbines maakt en verhandelt. Hij heeft het bedrijf , Turbowind, zelf opgericht en uitgebouwd tot een florerende onderneming. De pensioenleeftijd van Willem nadert met rasse schreden. Na lang zoeken heeft Willem een geschikte kandidaat gevonden die hem, na een inwerkperiode van 2 jaar als adjunct directeur, op zal volgen als directeur. De opvolger, Piet, tekent een arbeidsovereenkomst voor 2 jaar met Turbowind, inclusief concurrentie- en boetebeding.

Dat beding verbiedt hem om gedurende een periode van 2 jaar na het einde van het dienstverband met Turbowind in Nederland werkzaam te zijn voor een bedrijf dat dezelfde of soortgelijke producten maakt en verhandelt als Turbowind, op straffe van verbeurte van een boete van € 1.000,- per overtreding en € 500,- voor iedere dag dat de overtreding voort duurt.

Na een jaar zegt Piet zijn arbeidsovereenkomst met Turbowind op om aansluitend als algemeen directeur in dienst te treden bij de grote concurrent, Waaimachines. Turbowind sommeert Piet om niet bij Waaimachines in dienst te treden en Waaimachines om Piet niet in dienst te nemen. Zowel Piet als Waaimachines slaan deze sommatie in de wind en stellen dat het concurrentiebeding een papieren tijger is en juridisch niet afdwingbaar. Turbowind besluit deze stelling maar eens door de rechter te laten toetsen.

In kort geding oordeelt de voorzieningenrechter dat Piet gebonden is aan het concurrentiebeding en dat Waaimachines onrechtmatig heeft gehandeld door Piet ondanks het concurrentiebeding in dienst te nemen. Hij verbiedt Piet in dienst te treden/blijven bij Waaimachines en Waaimachines om Piet in dienst te nemen/houden op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag met een maximum van € 50.000,-. Om betaling van dwangsommen te voorkomen neemt Piet ontslag bij Waaimachines en legt hij zich neer bij dat vonnis.

Tot zijn grote schrik volgt er dan ook nog een bodemprocedure tegen Piet en Waaimachines. In die procedure wordt Piet veroordeeld om de verbeurde boetes aan Turbowind te betalen. Die boetes, die inmiddels tot € 70.000,- waren opgelopen, worden door de rechter gematigd tot

€ 35.000,-. Waaimachines wordt veroordeeld om € 110.000,- aan Turbowind te betalen. Dit is de schade die Turbowind heeft geleden – winst die zij gederfd heeft - doordat 3 vaste klanten met behulp van Piet overgestapt zijn naar Waaimachines.

Overigens heeft de voorzieningenrechter voor Turbowind ook nog een aardige verrassing in petto. Turbowind wordt veroordeeld om vanaf de vierde maand waarin Piet als gevolg van het concurrentiebeding werkloos op de bank moet zitten een vergoeding aan Piet te betalen. Die vergoeding bedraagt 50% van het door Piet bij Turbowind verdiende salaris. Alleen als Turbowind Piet niet langer aan het concurrentiebeding houdt, hoeft zij Piet niet langer te betalen. Na 15 maanden de vergoeding betaald te hebben, gooit Turbowind uiteindelijk de handdoek in de ring en meldt zij aan Piet dat hij niet langer aan zijn concurrentiebeding wordt gehouden.

Enige tijd later treffen Piet en Willem elkaar in de stad. Nadat ze elkaar de huid vol gescholden hebben, leggen ze hun ruzie bij in een trendy bar. Na enkele pilsjes beaamt Piet dat het concurrentiebeding bij nader inzien bepaald geen papieren tijger is. “Nee,” zegt ook Willem met enige spijt in zijn stem, “het is eerder een meerkoppig monster dat iedereen te grazen neemt”!

Kennisblogs

Kennisblogs in Ondernemingen en hun bestuurders